Service Beurt WL45
Overgenomen uit het voormalige clubblad van Alemite,
1e jaargang nr.2 (1997)
1. Olie verversen
Tap de olie af (warm of koud) en plaats de
aftapplug weer op zijn plaats. Gooi ongeveer 1 liter benzine in de olietank en
schud de motor een beetje heen en weer, zodat de zware delen (slijpsel e.d.)
oplossen van de bodem van de tank. Tap de benzine af en gooi daarna een beetje
schone olie in de tank. Tap dit ook af, zodat alle benzine weer uit de tank is.
De tank is nu schoon en kan gevuld worden met schone olie.
Dit allemaal is nodig omdat oude motoren geen oliefilter hebben en alle rommel
dus in de tank bezinkt en vast gaat zitten. Als de olie goed warm wordt heb je
kans dat deze delen oplossen en weer door je blok gaan.
2. Klepspeling
Je hebt nodig twee steeksleutels van
7/16" of 11 mm, twee voelermaten (één van 0.10 en één van 0.15) en een
sleutel voor de klephulzen. Schroef de klephulzen los en schuif ze naar boven
(gaat soms moeilijk). Zet dan bijv. de uitlaatklep van de voorste cilinder in de
bovenste stand (d.m.v. de kickstarter). Dan kun je de uitlaatklepspeling van de
achterste cilinder controleren c.q. afstellen. Om de uitlaatklepspeling van de
voorste cilinder te controleren c.q. afstellen zet je de uitlaatklep van de
achterste cilinder in de hoogste stand.
De uitlaatklepspeling bedraagt 0.15 mm. De voelermaat moet spelingvrij kunnen
bewegen tussen klepstoter en klep, en mag niet te stroef gaan want dan is de
klepspeling te klein.
Voor de inlaatkleppen, deze bevinden zich het dichtst bij de carburateur, doe je
dezelfde handeling. De inlaatklepspeling bedraagt 0.10 mm.
Als dit gebeurd is:
- Schuif de klephulzen weer naar beneden en zet deze weer goed vast.
- Controleer de papieren pakking tussen de klephuls en stoterbus op
beschadiging. Als deze beschadigd is dan moet deze worden vervangen (om
olielekkage te voorkomen).
Als je het zelf nog nooit gedaan hebt en er geen vertrouwen in hebt, vraag dan
naar een ervaren iemand of hij jouw werkzaamheden even wil controleren om later
geen grote schade op te lopen. Dit is verder geen moeilijk karwei, maar je moet
het een keer gedaan hebben.
3. Ontsteking
Stel eerst de contactpunten af. Deze moet
0.55 mm zijn. Dit meet je met een voelermaat. Zet het contactpunt op de grootste
opening en controleer dit.
Daarna controleer je of de ontsteking op tijd staat.
Verwijder de inspectieplug uit het carter. Deze bevindt zich tussen de
cilinders, net boven het primaire kettingkastdeksel. Op het vliegwiel staat een
merkteken. Als dit in het midden van het inspectiegat staat moet de fiber nok
van de contactpunten op het merkteken staan van de onderbreker nok. De
vervroegingshefboom moet geheel vervroegd staan, dus geheel naar binnen
gedraaid. Als dit niet klopt kun je de stelbandschroef losdraaien en de hele
onderbreker kop draaien. Je kunt dit ontstekingstijdstip ook heel goed
controleren met een lampje over de contactpunten. Als het merkteken in het
midden van het inspectiegat staat moeten n.l. de contactpunten net openen, dus
gaat het lampje aan.
Nu dat is afgesteld controleer je of er nog een beetje vet aan het fiber nokje
zit. Als dit droog is moet je er een beetje vet aan doen. Pas op dat je geen vet
aan de contactpunten zelf smeert, anders verbranden ze en krijg je een slechte
ontsteking (slechte vonk).
Controleer nog even de bougies. De puntenafstand is ongeveer 0.7 mm.
N.B.
Als je om de één of andere reden het gehele ontstekingshuis uit het blok hebt gehaald, let dan op dat je hem goed terug plaatst.
- Zorg ervoor dat de voorste cilinder op de compressieslag staat. Dit kun je zien aan de kleppen. De inlaat- en uitlaatklep zijn dan gesloten, schroef desnoods de klephulzen open om dit goed te kunnen zien.
- Zet het merkteken op de krukwang in het midden van het inspectiegat. Als je dan het ontstekingshuis terugplaatst moet het streepje op de onderbreker as gelijk staan met het nokje van de contactpunten.
Als dit niet goed gebeurd is zal de motor slecht starten en als je hem aan de praat hebt zal alles erg heet lopen. Het is dus erg belangrijk om hier veel aandacht aan te besteden, om later geen grote schade te krijgen.
Arie
