De 'Liberty' Motorfiets
Overgenomen uit het voormalige clubblad van Alemite,
2e jaargang, nr. 4.
Vertaald door Arie Vermeulen.
Geschreven door Emmet Moore, A.M.C. mag. Spring-1987
Opmerking van de redactie:
Er zijn foto's toegevoegd van de motorfiets merken, die in het artikel
genoemd worden,
evenals foto's van test exemplaren voor Liberty motoren (bron: Tom).
Gedurende
de eerste wereldoorlog , waarin de U.S.A. vanaf 1917 deelnam, zagen we op
diverse militaire gebieden de zogenaamde Liberty projecten van de grond komen.
Het meest bekende Liberty project is wel de beroemde Liberty vliegtuigmotor, die
vanaf 1918 in productie was.
Van deze vliegtuigmotoren zijn er enkele duizenden gebouwd, voornamelijk voor
militair gebruik, maar na de oorlog ook voor civiele vliegtuigen.
Zo is er ook een Liberty vrachtauto gebouwd door de bekendste truckfabrieken in
die tijd. Deze projecten waren opgezet om snel een massaproductie te kunnen
opzetten, die door alle bestaande fabrikanten op dat speciale vakgebied konden
worden gebouwd. Dit vraagt natuurlijk om één en hetzelfde ontwerp met heel
strenge eisen betreffende de maatvoeringen etc., daar alles onderling goed
uitwisselbaar moest zijn.
Deze fabrikanten waren eerst elkaars concurrenten geweest. Maar samen konden
deze bedrijven veel meer vliegtuigmotoren en vrachtwagens bouwen dan ieder apart.
Dit zelfde principe is in de tweede wereldoorlog versterkt doorgevoerd met o.a. de
bekende Liberty schepen en de jeep, het lichte allround legervoertuig.
Onbekend
is dat er ook een prototype Liberty motorfiets is ontworpen en gebouwd in die
periode. Het motorrijwiel was bedoeld voor ordonnans diensten en men kon het
zien als de eerste wereldoorlog tegenhanger van de jeep in de tweede
wereldoorlog.
Het ontwerp en de prototypebouw had men toevertrouwd aan een speciaal panel,
bestaande uit de fabrikanten:
- William S. Harley van Harley-Davidson,
- Oscar Hedstrom van Indian,
- Frank Schwinn van Excelsior,
- kapitein F.C Hecox van het Amerikaanse leger.
Charles
Franklin van Indian was toegevoegd om de technische inbreng van Indian te
verzorgen.
In maart 1918 waren de eerste prototypes gereed om te worden getest. Dit samen
met speciaal ontworpen zijspannen, waarmee 90% van de machines zouden worden
uitgerust.
Het
Liberty motorblok, in principe gelijk aan het 1917 Harley-Davidson kop-zijklep
ontwerp, had echter belangrijke detail wijzigingen, die voor b.v. commercieel
gebruik veel te duur waren. De
lage compressie motor was een lucht gekoelde V-twin, met een cilinderhoek van 45o.
De cilinders zijn in één stuk gegoten.
Er is gebruik gemaakt van een magneet ontsteking, die door een tandwieltrein
vanaf de krukas werd aangedreven. Hetzelfde geldt voor de dynamo aandrijving.
Er waren extra zware carters ontworpen, omdat de gehele motorunit in een open
frame werd geplaatst. Het frame ontwerp heeft geen doorlopende onderste
framebuis en het motorblok is middels schetsplaten direct in het frame
bevestigd. Dit zogenaamde keystone frame vinden we onder andere terug bij de
fameuze Harley-racers uit die tijd.
De krukas was opgebouwd uit gesmede krukas helften. Dit is anders dan de gegoten
krukas helften van de normale productie motorblokken. Heel veel andere
onderdelen waren speciaal ontworpen om beter aan de hoge betrouwbaarheidseisen
van een militaire motorfiets te kunnen voldoen.
De
dynamo was een compleet nieuw ontwerp en werkte zonder accu in het elektrische
systeem. De accu's in 1918 waren niet betrouwbaar, zeker als deze in een
motorfiets met een stijf frame was ingebouwd. Dus besloot het leger geen accu te
gebruiken en een dynamo in te bouwen die voor directe verlichting zorgde. Het
enige probleem was dat er op dat moment nog niet zo'n dynamo bestond
De exacte specificaties voor zo'n dynamo werden door de Military Motorcycle
Standardization Board opgesteld en aan alle elektrische componenten fabrikanten
in Amerika toegestuurd. Dit gebeurde in januari 1918.
Deze specificatie eiste onder andere een redelijke lichtstraal bij een motor
toerental van 500 omw/min en een niet noemenswaardige afwijkende lichtopbrengst
bij het maximale motor toerental van 3000 omw/min.
Ten tijde van het oorspronkelijke artikel uit maart 1918, waarop dit verhaal is
gebaseerd, hadden vier fabrikanten een dynamo ontwerp gereed voor testen, maar
er was nog geen beslissing genomen welke firma de dynamo mocht leveren. Een
opvallend detail in de dynamo aandrijving was een soort koppeling, die de dynamo
overdag kon uitschakelen.
De
carter ontluchting was van een roterend type, zodanig afgesteld dat er een soort
vacuüm ontstond in het carter, zodat veel olie lekkages zouden worden
voorkomen.
De smering van de motor werd verzorgd door een plunjerpomp, die op het magneet/dynamo aandrijfdeksel
was gebouwd en die werd aangedreven door een wormas
op één van de dynamo aandrijfwielen.
Een handpomp was aangebracht voor extra olie toevoer bij hoge snelheden en
belasting, zoals bij vele motorfietsen destijds.
De
carburateur was een gemodificeerde Schebler met een voorziening om lucht door
een speciaal luchtfilter aan te zuigen (dit zou wel eens de eerste keer kunnen
zijn, dat er een luchtfilter bij motorfietsen is gebruikt).
De
Liberty motorfiets was bedoeld voor ordonance werkzaamheden en de meeste zouden
met een zijspan worden uitgevoerd. Om snel een wiel te kunnen wisselen bij
bijvoorbeeld een lekke band, was er een speciale steekas constructie
ontworpen. Alle wielen waren onderling uitwisselbaar. Met dit ontwerp was
het mogelijk een wiel binnen vijf minuten te wisselen.
Een extra reservewiel met daarop gemonteerde band was achterop het zijspan
bevestigd.
De
test besloeg twee dagen met slecht weer op kleiwegen in de buurt van Washinton
D.C. Gedurende de test moesten de machines 150 kg ballast in de zijspannen
meetorsen.
De gevolgen waren rampzalig en de meeste motoren vielen uit met mechanische
problemen of waren erg oververhit.
Het test commite bekeek iedere machine na de test uitgebreid en besliste dat
geen enkele combinatie geschikt was voor de door hun gestelde militaire eisen.
Later
werd er een nieuwe testronde uitgeschreven. Deelnemers waren onder andere de
nieuwe Harley-Davidson flat twin (boxer), een nieuwe Militor combinatie en twee
Reading-Standards. Zelfs bij betere weerscondities kwamen opnieuw deze machines
niet goed uit de test. Toen is maar besloten om de gehele testserie af te
gelasten.
De slechte testresultaten en de toch snelle afloop van de eerste wereldoorlog
waren de hoofdredenen voor deze totale afgelasting van het Liberty motorfiets
project.
Naschrift van Emmet Moore (de schrijver)
In november 1918, na het beëindigen van de eerste
wereldoorlog, werden de lopende legercontracten snel opgezegd. In totaal zijn er
10.000 Harley-Davidsons, 14.000 Indians en 5.000 Cleveland lichtgewicht motoren aan
het Amerikaanse leger geleverd gedurende de eerste wereldoorlog.
Informatie voor dit artikel kwam uit het blad Motorcycle and Bicycle Illustrated
van maart 1918. Tot op dit moment (1997) is niet bekend of er ooit een complete Liberty
motorfiets heeft gereden, daar de eerste wereldoorlog in november 1918 beëindigd
werd. Toen de oorlog voorbij was, heeft de Amerikaanse regering direct alle
oorlog contracten afgeblazen, aldus is deze Liberty motorfiets nooit in
productie gekomen.
Verder onderzoek naar de Liberty motorfiets bracht
nog enige feiten aan het licht. In een artikel van the Motorcycling and
Bicycling Illustrated van 14 september 1918, uitgegeven in Chicago, stond onder
andere het volgende: 
- De wens van het leger om speciale oorlog
motorfietsen te bouwen gaat niet door. In plaats daarvan worden nu standaard
zware motoren en lichte motoren van Cleveland besteld.
- De speciale Liberty motorfiets ontwerpcommissie, bestaande uit ontwerpers van
Indian, Excelsior en Reading-Standard is vorige maand opgeheven.
- Er zijn 4 prototypes Liberty motorfietsen gebouwd en getest door de
Harley-Davidson fabriek in maart 1918.
- Er zijn ook 2 speciale Militor-4 cilinder motorfiets combinaties gebouwd, die
van een speciale militaire uitrusting waren voorzien.
- In juni 1918 heeft de Army Motor-Transportation Division besloten een
motorfietstest te organiseren, waarvoor alle Amerikaanse motorfietsfabrikanten, de
Liberty motorfiets en de Militor-combinatie waren uitgenodigd. De
fabrikanten Harley-Davidson, Indian, Excelsior en
Henderson stuurden ieder twee zijspan combinaties in. In de lichte klasse was Harley-Davidson aanwezig met
twee nieuwe boxer motoren. Ook waren er enige Indians, twee Clevelands één
cilinder en een Emblem light twin (zie de Opmerking).

Opmerking:
De Emblem motorfiets is gebouwd in Angola in de staat New York. De
Amerikaanse verkopen van hun laatste model, de lichte V-twin, werden reeds in
1917 gestopt. Maar door de grote vraag naar deze machines vanuit het buitenland
(o.a. door de Nederlandse importeur), zijn deze machines, alleen voor de export
nog ongewijzigd doorgebouwd tot in het jaar 1924. Emblem bouwde tot 1930 nog wel
motorfietsen in Amerika.
Voorbeelden van test motoren
voor de Liberty motor


|