Harley-Davidson De
Geschiedenis van een Imago (1903-1965)
overgenomen uit voormalige clubbladen van Alemite
motoren
foto's o.a. uit: standard catalog of Harley-Davidson Motorcycles, 1903-2003, by Doug
Mitchel
- Bill Harley en de Davidsons
Het
verhaal van Harley-Davidson begint als William Harley als leerlingtekenaar
gaat werken de Barth Manufacturing Company, in zijn woonplaats Milwaukee. Hij
ontmoet daar zijn oude schoolkameraad Arthur Davidson die bij hetzelfde bedrijf
werkt als model maker en de schoolvriendschap wordt hernieuwd. Bij
Barth ontmoeten
zij ook
Emile Kruger, een Duitser die in Europa kennis heeft gemaakt met de De Dion
verbrandingsmotor en over enkele gedetailleerde bouwtekeningen van zo'n eencylinder
viertaktmotor beschikt. Harley en Davidson raken geïnteresseerd en besluiten in 1901 een
eigen motorblok te bouwen om in een
fiets te monteren. Met hulp van Krugers tekeningen gaan zij aan
slag in de keuken van moeder Davidson. Harley ontwerpt een motorblok met een
boring x slag van 54 x73 mm. Ondanks diverse problemen bij de feitelijke constructie maken de twee
vorderingen en in 1902 besluit Arthur’s broer Walter, die in het midden- westen als bankwerker bij de spoorwegen werkt, zijn baan op te zeggen en deel te
nemen aan het motorproject. Door deze personeelsuitbreiding wordt de werkruimte
erg krap maar gelukkig mogen de jonge ondernemers de grotere werkplaats en het
gereedschap van een vriend gebruiken. In de lente van 1903
staat er tenslotte een rijwiel voorzien van een Harley-Davidson krachtbron. De 400 cc
eencylinder met atmosferische inlaatklep (waarbij de klep open getrokken wordt
door het bij neergaande zuiger in de cylinder ontstane vacuüm; een zwak veertje
hield hem de rest van de tijd op zijn zitting) is opgehangen in een
rijwielframe in de ruimte onder de bovenbuis. Een jaar eerder hadden George
Hendee en Oskar Hedstrom dit principe ook al toegepast toen zij in Springfield
de eerste Indian motorfiets bouwden.
1903
De eerste
Harley-Davidson motorfiets met 1 cilinder, 3 PK, 26 cu. inch (426 cc), later
gevolgd door een 1-cylinder, 4 PK (snelheid 40 km per uur) en een 1 cylinder, 5
PK (573 cc), allen met riemaandrijving
.
- De
eerste complete H-D
Al
snel komen de kersverse constructeurs er achter dat hun kracht- bron veel
sterker is dan de benen van de gemiddelde fietser en keer op keer breekt het
frame. Het motorblok is echter weer niet sterk genoeg om zonder problemen de
heuvels in de omgeving van Milwaukee te beklimmen en omdat Harley en de
Davidsons kwaliteit hoog in het vaandel hebben staan, komen zij in het najaar
van 1903 met verbeterde versie, de
eerste complete Harley-Davidson motorfiets. Het nieuwe 420cc motorblok
is sterk en betrouwbaar genoeg om de komende jaren op voort te bouwen en is
gemonteerd in een sterk verbeterd, zelf ontworpen frame. De wielbasis is
vergroot (wat een betere stabiliteit tot gevolg heeft) en balhoofd, wiellagers,
framebuizen en wielen zijn zwaarder uitgevoerd. Vader Davidson, van beroep
timmerman, bouwt voor zijn zoons een schuur van 3 x 4,5 meter in de
achtertuin van het ouderlijk huis. Op de deur wordt “Harley-Davidson Motor
Company geschilderd en de “fabriek” beschikt onder andere over een door een
stationair motor aangedreven draaibank en een pers. De jonge fabrikanten trekken
de aandacht en klanten dienen zich aan; H-D van 1903 maakte nog drie exemplaren.
Intussen is Bill
Harley naar de universiteit
van Wisconsin gegaan om zich op de hoogte te stellen van de laatste stand van de
techniek. Spoedig wordt de schuur tot 3 x 10 meter en Walter
Davidson neemt enkele helpers in dienst om aan de groeiende vraag naar motorfietsen te kunnen voldoen.
- Silent
Gray Fellow
In
1905 worden acht Davidsons gebouwd en weer b1ijkt de werkruimte te klein. Aan Chestnut Street (nu Junaeu
Avenue) wordt een stuk grond gekocht en daar komt een nieuwe fabriek
van twee verdiepingen. Dat werpt zijn vruchten af want in 1906 worden 49
machines gebouwd, in 1907 drie keer zoveel en in
1910 rollen ruim 3000 motoren de fabriekspoort uit.
In
die tijd
komt de derde Davidson bij het familiebedrijf werken. William A. Davidson is de
oudste van de drie broers en staat bekend om de harde maar eerlijke
behandeling van de mannen die onder hem hebben gewerkt bij de Chicago Milwaukee
Railroad. Zijn nieuwe baan bij H-D als vice-president en bedrijfsleider betekent
dat Arthur Davidson zijn aandacht meer kan
richten op de verkoop. Bill Harley heeft inmiddels zijn studie aan de universiteit afgesloten en houdt zich nu bezig met het ontwerpen van
nieuwe motoren en het oplossen van technische problemen. Hij ontwerpt onder
andere de fameuze schommelarm voorvork die 41 jaar lang door H-D zal worden
toegepast. De eencylinder wordt steeds verder verfijnd en verbeterd. Veel
aandacht wordt besteed aan een goed gedempte uitlaat en de machine wordt
geleverd in een rustige kleur grijs waartegen alleen de merknaam en enkele
biezen afsteken. Hierdoor krijgt deze machine al snel de bijnaam “The Silent
Gray Fellow (De Stille Grijze Makker). H-D’s streven naar kwaliteit blijft niet onopgemerkt. In 1908 kan de
motorliefhebber kiezen uit 35 Amerikaanse merken maar volgens Bicycling World
and Motorcycle Review steekt H-D met kop en schouders boven de concurrentie
uit. In datzelfde jaar doet Walter Davidson, die tot President en General
Manager is benoemd, mee aan “Endurance Run” en zonder een strafpunt verslaat
hij 83 rijders op 21 andere merken.
1909 
De
Schebler-carburateur deed zijn intrede en stond zijn plaats niet meer af aan een
ander fabrikaat.
Op de markt kwam een 1-cilinder model 5-25, ofwel 5 PK en 35 cu. inch (574 cc),
met riemaandrijving. Van de V-twin werden dit jaar 45 motoren gebouwd.
In de USA waren er op dat moment 36 fabrieken van betekenis voor motorfietsen.

H-D Model 5, 1909
1910
- Meer kracht en snelheid
In
1908 vindt Bill Harley het tijd voor een zwaarder model. Hij vergroot de
cylinderinhoud tot 575 cc (35 kubieke inch) en verstevigt de verende voorvork,
en het model is geboren. Deze type-aanduiding geeft zowel het vermogen als de cylinderinhoud
weer. Van veel groter belang is echter Harley’s andere project waarbij op het carter
van de 5-35 een tweede
cylinder wordt gemonteerd onder een hoek van 45 graden met de eerste.
Het V-twin concept was overigens niet nieuw en al in 1907 had Rem Fowler laten
zien dat je er snel mee kon toen hij de eerste TT-race up het eiland Man won op
een Norton, aangedreven door een Peugeot V-twin blok.
Voordat
de klepbediening in de USA gemeengoed
wordt (in Europa al vanaf 1904 toegepast), heeft de in dat jaar debuterende
Harley nog zogenaamde “snuffel- kleppen”; dat hij het jaar daarop uit het
programma verdwijnt, ligt echter meer aan het feit dat de V-twin door het
ontbreken van een spaninrichting voor de riemaandrijving aan chronische riemslip
lijdt. Wat voldeed op de eencylinder, voldoet duidelijk niet op de krachtiger
V-twin. Op het moment dat de Harley- Davidson V-twin uitkomt hebben de
Amerikaanse motorrijders al een ruime keus in dit motortype, want alle grote
concurrenten (Indian, Excelsior, Flying Merkel) hebben een 45'Vtwin
in hun programma. De voordelen van een twin zijn duidelijk: met slechts een
geringe aanpassing van carter, krukas en magneet levert een twin tweemaal zoveel
vermogen als een eencylinder en de gewichtstoename wordt door de meeste
motorrijders juist als prettig ervaren, omdat de zwaardere machine een betere
wegligging heeft.
- V-Twin = Harley 
Ondanks
zijn tekortkomingen is de V-twin van 1909 een
mijlpaal in de geschiedenis van Harley-Davidson, want 84 jaar
later bouwt HarleyDavidson nog steeds V-twins die allemaal terug te voeren
zijn tot dat eerste ontwerp van 1909. In 1911 komt
een verbeterde versie van de twin uit.
De 7D behoudt
de cylinderinhoud van 810 cc
maar heeft mechanische inlaatkleppen en is nu voorzien van een spaninrichting
voor de riem. In 1912 komt
een nieuw frame waardoor de zitpositie verlaagd wordt en motor een ranker uiterlijk krijgt. Terwijl concurrenten als Indian actief zijn in de racerij,
besteedt men bij H-D zijn
geld liever aan het verbeteren van de bestaande machines. De 7D krijgt
een koppeling (in het achterwiel) en tevens gezelschap van de 1000 cc
Model 8E, die als eerste H-D kettingoverbrenging heeft. Door deze verbeteringen
worden de H-D’s
steeds populairder en uiteindelijk ontkomt men er niet aan zich actief te
bemoeien met de racerij. Constructeur William Ottaway wordt weggekocht bij Thor
en krijgt de opdracht een racemotor te bouwen, terwijl Bill Harley een
tweeversnellingsbak ontwerpt, essentieel voor wedstrijd rijden. De 11K maakt
in 1914 een
sensationeel debuut tijdens de 300-rnijls race in Dodge City, maar geplaagd door
bougie- en kettingproblemen moet Walter Cunningham na 100 mijl
zijn koppositie opgeven. Hierdoor is het Glen Boyd op de achtkleps Indian die
wint. Het H-D team blijft de rest van het seizoen enthousiast rijden maar een
overwinning wordt niet behaald. Een jaar later zijn de kinderziekten overwonnen
en winnen de Harley-Davidson rijders iedere wedstrijd waaraan zij deelnemen op
de door Ottaway ontworpen
achtklepsversie van de 11K. (foto: H-D
Model 5D, 1909).
1911
De
atmosferische inlaatklep van het Dion-Bouton type, bij H-D in gebruik sinds
1903, werd vervangen door een mechanisch bediende klep van het i.o.e.-type (inlet
over exhaust).
De H-D fabriek had op dit moment een oppervlakte van ca 7500 m2 met
480 medewerkers.
Dit jaar werden er 6.000 machines gefabriceerd.
Voor het type 1912 werd de mogelijkheid geopend de tot nu toe gehanteerde riem
aandrijving te vervangen door ketting aandrijving.
1912
De
1-versnelling werd vervangen door de 2-versnellingsbak.
De technische man William Harley introduceerde een koppelingsmechanisme in het
achterwiel, bestaande uit een meervoudige platenkoppeling met een
wrijvingsoppervlak van meer dan 490 cm2 en handbediening op de
rechter tankhelft.
Last but
not least. Het gepatenteerde 'Ful-Floating' zadel werd geïntroduceerd, met een
35 cm lange spiraalveer in de zadelpen. Het oude type met de twee achterveren
bleef echter nog tientallen jaren in productie.
De fabriek werd vergroot tot ca. 17.400 m2 met 1.000
productiemedewerkers. Ca. 1.100 machines werden dit jaar gebouwd.
- H-D
in Holland
De
eerste gedocumenteerde export van Harley-Davidson is in 1912
naar . . . Japan.
Gunstige berichten over de Amerikaan waren echter ook
naar deze kant van de oceaan overgewaaid en twee studenten aan de TH Delft
willen in 1913 wel
zo’n machine. De eenvoudigste manier daartoe blijkt door zich als importeur te
presenteren en het gevolg is de oprichting van Delftsche Motoren Handel, gevestigd in het studentenhuis van één van de studenten op het adres Kolk 3 te Delft. De andere student was zoon van de directeur van De Gistfabriek te Delft en woonde nog gewoon thuis.
Het
Nederlandse publiek kan de H-D’ (een
twin en een eencylinder) voor het eerst eind dat jaar zien op een
tentoonstelling in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt. Nog in hetzelfde
jaar deelt de fabriek mee dat de eerste produktie H-D uit 1903 nog
steeds rijdt en er inmiddels 100.000 mijl op
heeft zitten! In maart 1914 krijgt
het merk zijn eerste juichende roadtest in Het Motorrijwiel; het begin van
Harley-Davidson’s onverwoestbare imago in de lage landen.
Aan
klanten is spoedig geen gebrek, maar helaas belemmert het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 de importactiviteiten.
In mei 1915 wordt “De Delftsche”, met behoud van de firmanaam, verkocht aan de firma Englebert &. Co. uit Den Haag.
Ook op sportgebied
timmert H-D hier snel aan de weg
en coureurs als Bernaert en Herkuleyns
worden bekende en succesvolle verschijningen op het Amerikaanse merk.
1913
De
kettingaandrijving was een succes en werd dit jaar definitief doorgevoerd op
alle modellen. De inlaatkleppen worden thans bediend door lichtere stangen.
De start wordt gemaakt voor export.
1914
Introductie van de drie-versnellingsbak. De nu zwaardere transmissie werd direct achter de
motor geplaatst, waardoor het geheel beter in balans kwam.
Dit jaar kwamen de bekende Harley-Davidson treeplanken in het zicht.
- Oorlog en vrede
Inmiddels
is in 1914 de Eerste
Wereldoorlog uitgebroken en de US Army plaatst gigantische orders bij diverse motorfabrikanten.
Van de 70.000 motoren die Uncle
Sam nodig heeft levert Harley-Davidson er 15.500. Veruit de meeste legermotoren
worden door Indian gebouwd die daarmee zijn naam als grootste motorfabriek ter
wereld eer aan doet. Later blijkt echter dat Harley en de Davidsons de slimsten
zijn geweest, want tijdens de oorlogsjaren kan Indian niet voldoen aan de vraag
naar burgermotoren. H-D heeft naast de bouw van legermotoren nog voldoende productie
capaciteit over om in deze behoefte te voorzien en na de Vrede van Versailles blijkt
het marktaandeel van H-D bijna even groot te zijn als dat van Indian. In 1918
wordt de eencylinder uit productie genomen om een jaar later opgevolgd te worden
door een 600 cc twin. De Model W Sport Twin heeft een boxermotor die in de
lengterichting in het frame ligt. Hij heeft
veel weg van de Douglas en moet de directe concurrent worden van de lichte Scout
van Indian. Helaas schat H-D de markt verkeerd in want de Amerikaanse
motorrijders geven de voorkeur aan een zware V-twin. De 1000 cc
V-twins Model J (met accu-bobineontsteking) en Model F (met magneetontsteking)
verkopen goed maar de Sport Twin blijkt in Amerika een misser te
zijn. In Europa wordt de boxer-twin wel redelijk verkocht en zelfs kroonprins
Olaf van Noorwegen rijdt ermee. Ook bij de dames is dit model populair, maar
desondanks verdwijnt hij in 1922 uit het programma
1915
De
drie-versnelling werd in het model J definitief doorgevoerd.
Ter vervanging van de fietspedalen werd de step-starter ingebouwd.
Het J-model met een V-twin van 989 cc. bezat voetkoppeling, ketting/ketting
aandrijving, schommelarm voorvering en een Schebler carburateur met
stuurgashendel.
Het vermogen van een standaard H-D 61 cu. inch werd door Harry Ricardo verhoogd
tot 55 PK. En dat in 1915!
Harley-Davidson monteert thans aan zijn motorfietsen ook zijspanwagens,
uitsluitend van het merk ROGERS Company.
1916
De
planning was thans 15.000 machines.
Een volledige elektrische uitrusting van het fabrikaat REMY kwam ter
beschikking. Het model F behield de magneetontsteking en model J verkreeg
dynamo-batterij systeem. De step-starter werd gemodificeerd tot een kickstarter,
samengebouwd met de versnellingsbak.
1917
18.000 stuks H-D werden er geproduceerd.
1914-1918
Het
Amerikaanse leger gebruikte ongeveer 70.000 Harley´s.
1918
In dit
jaar werden 35.000 machines gebouwd en werd voor het eerst de productie van de
concurrent Indian overtroffen.
1919
Een
volledig nieuw model, type W kwam op de markt. Deze sport twin had een
horizontale 37 cu. inch motor met 6 SAE PK. Verder: magneetontsteking,
gesloten kettingkast en acetyleen-verlichting.
Het type W had batterij/bobine-ontsteking en elektrische verlichting.
In de na-oorlogse jaren kampte Amerika met een economische crisis, welke de
verkoop van motorfietsen sterk deed dalen. Ook Harley-Davidson ontkwam niet aan
deze recessie. De totale productie was thans 11.000 stuks.
- De concurrentie van Ford
In 1920 is H-D uitgegroeid tot
de grootste motorfabriek ter wereld met 550.000 m2 bedrijfsruimte, 2400
medewerkers en een jaar productie van 35.000 motoren. Toch is het niet alles
goud wat er blinkt en in de jaren 20 breken zorgelijke tijden aan voor de hele
Amerikaanse motorindustrie.
Henry Ford’s lopende bandsysteem heeft auto’s betaalbaar gemaakt voor de
gewone man; Ford wil het hele land overspoelen met zwarte T-Fords en aan het
begin van de jaren '20 is hij hiermee al aardig gevorderd. De omzetten van
H-D en Indian duiken omlaag en om een catastrofe te voorkomen moet rigoureus
worden ingegrepen. Met het oog op kostenbesparing en omdat het nog steeds niet
gelukt is de oppositie van Indian en Excelsior definitief te verslaan, trekt H-D
zich aan het einde van 1921 definitief terug uit de racerij.
In Nederland had
het leger al goede ervaringen met Harley opgedaan en toen in 1920 de Rotterdamse
politie als eerste politiekorps in Nederland motoragenten aanstelde, reden ook
die op H-D. En hoewel de fabriek niet meer racete, bleef men dat hier wel doen:
in de eerste TT van Assen in 1925 reed Bertus van Hamersveld in de
500 cc klasse op zijn Harley (de beroemde “halve” Harley, zo genoemd omdat
hij van zijn 1000 cc V-twin de voorste cylinder had afgehaald om aan een halve
liter te komen) de snelste ronde van wel 104 km/h.
Halve Harley in Assen, 1925

1921
Het type J
met V-twin 74 cu. inch (1200 cc.) kwam op de markt.
Chef-ontwerper Bill Ottaway kwam met een Flat-twin 584 cc zijklep. Met een race
uitvoering werd 160 km per uur gereden.
Een vreemd gezicht was de 'triangel'-wrijvingsschokbreker boven het voorwiel.
1922
Het model
FD werd geleverd met magneet-ontsteking en het model JD met batterij-ontsteking.
1923
De
Engelsman Freddie Dixon reed op een H-D 1200 V-twin de recordsnelheid van 108.6
mph (175 km/u).
- JD Zijspanmachine
Ook bij Indian
gaat het na 1920 slecht en in een jaar tijd loopt de productie terug van 20.000 tot 7.000 machines.
Om prijsdumping en broedermoord te voorkomen maken Arthur Davidson en Indians
directeur Frank Weschler prijsafspraken voor concurrerende modellen. Een jaar
later spreken beide heren elkaar weer en stellen zij een plan op om Excelsior,
Cleveland en Reading
Standard uit de markt te drukken.
In 1921 komt H-D met een vergrote versie van de 1000 cc
JJ, de nieuwe 74JD, met
een cylinder inhoud van 1200 cc, is voornamelijk bedoeld als zware
zijspanmachine voor de bedrijfsvoertuigenmarkt, die ondanks de opkomst van de automobiel, nog steeds bestaat. De vraag personenzijspannen is echter tot een
minimum gedaald. Dit is niet zo verwonderlijk als men weet dat in 1927 een 1200 cc H-D met tweepersoons zijspan $450 kost en men
voor $545 op comfortabele wijze vijf personen kan vervoeren in een Ford T sedan. Een
andere bedreiging voor de zware V-twins zijn de vier-cylinders van onder andere
Henderson, ACE (later overgenomen door Indian) en Cleveland. H-D
maakt serieuze plannen om een vier-cylinder te bouwen en neemt Everett DeLong,
voormalig hoofdontwerper van ACE, in dienst om een motorblok te ontwerpen. Bill Davidson is niet overtuigd van de
haalbaarheid van dit project en spreekt er zijn veto over uit met als argument
dat het te duur voor produktie zou zijn. Kort daarna vertrekt DeLong naar
Cleveland en alle sporen van de H-D vier-cylinder worden vernietigd.
1924
Het type J werd gemoderniseerd: de benzinetank werd iets ronder en vormde een geheel met de
olietank. Het frame werd lager, waardoor het zadel 7.5 cm kon zakken. Een zekere
stroomlijning werd hierdoor bereikt.
1925
De
zijspanproductie (tot nu toe door ROGERS Comp.) werd door H-D in het eigen
fabricageproces opgenomen. De stijl van de zijspanwagens was van 1926 tot 1930
gelijk. Vanaf 1931 tot en met 1939 werd een lager en meer gestroomlijnd zijspan
geleverd.
- Weer
éénpitters
Aangestoken
door het succes van de Engelse eencylinders besluiten Indian en Cleveland ook
een 350 cc eenpitter uit te brengen om zich daarmee een positie te verwerven op
de Engelse markt. H-D kan uiteraard niet achterblijven en komt in 1926 met twee
verschillende 350 cc eencylinders. Model A is een zijklepper met een topsnelheid
van 75 km/uur en Model B is een kopklepuitvoering die meer dan 100 km/uur haalt.
Deze zijn in de USA, waar men gewend is aan zware twins, aanvankelijk niet
populair maar in races, die speciaal voor deze inhoudsklasse worden
georganiseerd, behalen de getunede H-D kopkleppers, Pea-shooters
(proppenschieters) genoemd, opmerkelijke successen. In Europa worden de
eenpitters, vooral de kopklepper, direct goed ontvangen en zijn een tijd lang
populair bij overheidsdiensten en nutsbedrijven.
In Nederland is een H-D
eencylinder te koop vanaf zo’n 700 gulden. Enkele jaren later verschijnt er
een 500 cc versie, Model C genaamd. Maar de kracht van Harley-Davidson blijft
nadrukkelijk bij de V-twins liggen.
1926
Een nieuwe
350 cc. 1-cilinder werd uitgebracht als kop en als kopklep. Einde 1926
introduceerde H-D voor het jaar 1927 een nieuw ontstekingsysteem.
Standaard werden ALEMITE-Smeernippels gemonteerd ter vervanging van het
verouderde cup-type.
1928
Het
ontstaan van de voorrem op de H-D type J en de JD was een feit, ook verkregen ze
een oliepomp met een grotere capaciteit en aangepaste olie kwantiteit via het
gashendel. Bij vergrote snelheid werd er meer olie toegevoegd. Verder kwam er
een nieuw concept op de markt, n.l. de een-cilinder 30.5 cu. inch (500 cc.)
twin type, bekend als de baby-harley.
Rond deze tijd waren er in Amerika slechts 5 motorfabrieken, n.l. Harley, Indian,
Super-X, Henderson en Cleveland.
1929
Tot dit
jaar werden gietijzeren zuigers toegepast en deze werden nu gevolgd door
aluminium modellen.
Een nieuw model werd aangekondigd: het type VL74 cu. inch met sterker frame en
vorken, eenvoudig te demonteren wielen en lagere zitpositie. De
compressieverhouding was 5:1 en het vermogen 26-28 PK.
Uitsluitend dit jaar werden er dubbele koplampen gevoerd, mede als dim en een
afzonderlijk uitschakelbaar.
Het model DLD 45 cu. inch kwam op de markt. Dit type kreeg de naam 'De
drie-cilinder Harley' in verband met de vertikale dynamo, in lijn met de voorste
cilinder.
Een wereldwijde economische depressie startte in oktober 1929 in New York. Meer
dan 5000 banken in de USA gingen failliet en ook de motormarkt stortte in.
In de tweede helft van de twintiger jaren kwam het Harley bedrijfsmuseum, met in
de collectie elk model dat ooit geproduceerd werd. Thans is deze collectie
gehuisvest in H-D's American Foundry complex te York, Pennsylvania.
- Nieuwe V-Twin
De kop-
en zij-kleppers zijn aan vervanging toe en worden in 1929 opgevolgd door nieuwe modellen. Vanaf
1925 was de ontwerpafdeling van H-D bezig
met een nieuwe 750 cc V-twin zijklepper maar als het Model D in 1929 op de markt komt, is
hij verre van volmaakt. Hij heeft hetzelfde frame als de 500 cc eencylinder, met gevolg dat de eenpitter te zwaar en
dus te traag is, en omdat de dynamo in V-voor de voorste cylinder is geplaatst,
geeft dat het model snel de bijnaam
“driecylinder Harley”. Een ander minpunt is de geringe topsnelheid
die nog onder de 90 km/uur ligt terwijl
soortgelijke motoren van de concurrentie 30 km/uur sneller zijn. Nog erger is dat de koppeling (die
ook al dienst deed op de eencylinders) niet is opgewassen tegen de twee keer zo
zware twin. Ook de 1200 cc nieuwe VL, die in feite niets
anders is dan een vergrote kopie van de D, is niet vrij van ontwerpfouten.
Behalve dat de VL nog wordt gesmeerd volgens het nu verouderde “total
loss” systeem, zijn de vliegwielen te klein. Daardoor accelereert de motor wel
snel vanaf lage snelheden, maar bij hogere toerentallen lijkt het vermogen
plotseling te verdwenen. Ook nu weer
blijkt Harley- Davidson een motorfiets te hebben uitgebracht zonder hem eerst
serieus te testen. Haastig worden nieuwe
carters met grotere vliegwielen gefabriceerd en naar de dealers gestuurd, samen met nieuwe, vergrote
frames en de instructie deze componenten te monteren op alle nog in de showroom
staande VL’s; in totaal meer dan 1300 stuks. Tegelijkertijd worden ook wijzigingen voor de nokkenas en de kleppen doorgegeven, waardoor
het vermogen
omhoog geschroefd wordt. De dealers krijgen voor deze operatie geen enkele
financiële tegemoetkoming. Zo’n escapade zou een andere motorfabrikant de das
om doen, maar het imago van H-D is
zo sterk, dat zowel dealers als klanten het merk trouw blijven. Dat imago had de
fabriek door de jaren heen ook
versterkt door het aanbieden van een enorm assortiment accessoires: extra
lampen, klokjes, toeters, bagagerekjes, noem maar op. Iedereen die een paar
centen kon missen, kon zijn H-D zo mooi maken als hij zelf wilde. Jammer alleen dat
die extra centen er spoedig niet meer zouden zijn.
1932
De H-D
servi-car werd geïntroduceerd: een driewielig vehicle. De servi-car was de
opvolger van enkele andere commerciele H-D motorvoertuigen en was gebaseerd op
het type D twin 45 cu. inch (750 cc).
- Crisis en depressie
In
1929 besluit president Hoover hoge invoerrechten te
heffen om de Amerikaanse boeren te beschermen tegen de gevolgen van goedkope
importproducten en de stijgende inflatie in eigen land. Zoals te voorzien was doen andere
landen hetzelfde
en de export van Harley-Davidson stort in. Tot overmaat van ramp gebeurt dat in
oktober 1929 ook met de aandelenmarkt
van Wall Street en er ontstaat een enorme werkloosheid. Auto’s en motorfietsen worden op
slag voor velen onbetaalbaar; de crisis van ‘29 gaat over in een langdurige economische depressie en in 1933 verkoopt
H-D niet meer dan 3300 motoren, net iets meer dan in 1910. Om te kunnen overleven laten de Davidson-broers geen middel onbeproefd om
hun grote concurrent Indian uit de markt te drukken, dit tot grote woede van de rijke
industrieel E. Paul du Pont die een meerderheidsbelang in Indian heeft gekocht
en de broers in 1932 de les leest over de ethiek van het zakendoen. Inmiddels is de 750 cc. V-twin onder handen genomen. Hij heeft een nieuw frame gekregen
(waardoor de dynamo weer horizontaal voor de voorste
cylinder ligt) en een andere transmissie en wordt nu Model R genoemd. Ook in
1932 debuteert de befaamde Servi-Car, een driewieler met de voorkant en het motorblok van
de R en twee achterwielen die via een differentieel worden aangedreven. Boven
de achterwielen is een grote laadkist gemonteerd. In eerste instantie wordt deze
trike gebouwd voor de parkeerpolitie, maar al snel ontdekken andere
overheidsdiensten en het bedrijfsleven de mogelijkheden van dit lichte
bestelvoertuigje. De Servi-Car zal de komende 42 jaar vrijwel ongewijzigd in
productie blijven.
1935
Een
vier-versnellingsbak was beschikbaar bij gebruik van een zijspanwagen: 3 vooruit
en een achteruit.
In Japan werden met toestemming van H-D machines gebouwd en verkocht van geheel
in Japan gemaakte onderdelen onder de naam RIKUO.
Het type 1935 bezat nog een klein instrumentenpaneeltje aan het stuur, zonder
snelheidsmeter of kilometerteller. Deze laatste kon als accessoire van het merk
Korbin op de tank worden gemonteerd.
1936
De
kilometerteller en snelheidsmeter verhuisden naar een gestroomlijnd
instrumentenpaneel op het voorste gedeelte van de brandstoftank (type 61E-Twin).
In de dertiger jaren werden valbeugels aan de voorzijde als accessoire
geleverd.
Pas omstreeks 1936 begon de verkoop van motorfietsen iets op te leveren. Harley
verhoogde de 1936 productie van 8879 motoren naar 11.674 stuks in 1937.
1937
William
Davidson overleed.
1940
De tot
1940 gebruikelijke wielmaat 18x4 of 4 1/2" werd vervangen door
16x5" wielen. Aan de achterwielvering werd nog niet gedacht, daar het
bekende zweefzitten op het grote zadel en de meer geasfalteerde wegen zorgden
voor een uiterst soepel rijden op een Harley.
1942
Walter C. Davidson op 7 februari op 66-jarige leeftijd overleden.
Ten behoeve van de wereld-oorlog II bouwde H-D een extra zwaar frame met
18x4 of 4 1/2 wielen en noemde dit type WLA (A voor Army). De
onderzijde van de motor werd beschermd tegen beschadigingen en modder door een
extra zware plaat van geperst staal.
In verband met langdurig langzaam rijden werd, om oververhitting te voorkomen,
de lage compressie motor gemonteerd, met vergrootte koelribben. Van dit type WLA
werden er ca. 89.000 van geproduceerd.
1943
Aan het
einde van dit jaar werd er op verzoek van het Amerikaanse leger
geëxperimenteerd met liggende 45 cu. inch twee-cilinder met cardanas volgens
het BMW concept. Slechts 1000 van deze motorfietsen (type XA) werden
geproduceerd.
1943-1944
Enkele
motoren werden er afgeleverd met discus-wielen voor gebruik op stuifzand
terrein. Amerika bouwde voor WO-2 in totaal 300.000 motorfietsen; hoofdzakelijk
V-twins.
1945
In deze
zomer -de oorlog was ten einde- werden in Amerika 15.000 WLA's op de
particuliere markt gebracht voor een door de regering vastgestelde prijs van
$450,00. De modellen met cardan-aandrijving werden verkocht voor $500,00.
1947
In
november werd een lichte H-D hummer geïntroduceerd, met 1-cilinder 125 cc
tweetakt, waarvan de motor en versnellingsbak leken op de Duitse DKW van kort
voor WO 2. De topsnelheid was ca. 80 km/u en in 1948 werden hiervan ca. 10.000
stuks geproduceerd.
1949
De eerste
voorvorkwijziging in 40 jaar was de oliegedempte telescopische voorvork op de
Hydra-glide.
1952
Een
concessie aan de moderne markt kwam voor de big-twin modellen op de markt, n.l.
de keuze mogelijkheid van voetversnelling en handkoppeling.
1953
In Japan
produceerde Harley voor de WO 2 onder de naam RIKUO. In 1953 werd RIKUO
zelfstandig met H-D Indian typen. Het type Duo-glide kwam op de markt.
1960
Harley
kocht de Italiaanse fabriek Aermacchi (opgericht in 1948) voor de productie van
kleinere motoren (49 tot 248 cc) en later tweetakt race machines 250 en 350 cc.
1965
Op de
markt kwam het type Elektra glide met elektrische starter: 363 kg, V-twin 1207
cc, 5200 omw/min.


|